donderdag 7 april 2011

Take me out to the ballgame!


Op een onbewaakt moment kwam het voorbij op de radio. Een zinnetje tussen twee liedjes door. ‘de New York Yankees komen naar Nederland.’ Ik stopte met waar ik mee bezig was, mijn hart maakte een sprongetje. Goh, de Yankees in Nederland, waarschijnlijk gaan ze dan spelen in Haarlem want wij hebben het enige echte honkbalstadion van Nederland. Verder wist er nog niets van, het bericht ging niet verder, of ik had de rest van het bericht niet gehoord. Het maakte me niet uit ook. De Yankees komen naar Nederland!!

Voor wie niet weet, wie of wat de Yankees zijn. Dat is het meest legendarische en spraakmakende honkbal team ter wereld, afkomstig uit, uiteraard, de Verenigde Staten. Ze spelen in de beste honkbalcompetitie van de wereld; de Major League. Daarbij hebben ze de meeste honkbalgeschiedenis en de waarschijnlijk ook de beste honkballers ooit, voortgebracht.

Daar moet ik bij zijn! Het is alweer een hele tijd geleden dat ik in een volgepakt honkbalstadion heb kunnen genieten van een potje honkbal.

Die dagen begonnen altijd hetzelfde: De slaapkamerdeur wordt luidruchtig geopend, waarmee niet alleen de enthousiast blaffende golden retriever Sacha binnenkomt maar ook de geur van vers gebakken pistoletjes. Ontbijten dus! Warme kleine stokbroodjes met roomboter en een glas melk en als we geluk hadden ook nog de metworst uit Duitsland. Dan douchen, aankleden en naar het stadion. Lekker op tijd, de beste plek scoren, nog een beetje een balletje gooien en handtekeningen jagen. Dan kijken naar de warming up van de teams, wie is er in vorm en wie niet. Mijn vader vult alvast de scorekaarten in en legt me nog maar eens uit hoe ik dat eventueel ook zelf zou kunnen doen. Mijn zusje doet nog alsof het haar iets interesseert maar gaat al snel op zoek naar het zusje van één van mijn honkbalteamgenootjes. Ik kijk alleen maar of er iemand tijdens het inslaan een bal over het hek ramt en naar het softbalteam dat ook een plekje aan het zoeken is. Als ik mijn vader lief aankijk dan krijg ik een paar gulden om droppies of chippies of een ijsje of een blikkie of iets anders lekkers te kopen. Ondertussen is ongetwijfeld de hele honkbal clan aangesloten, bestaande uit; tenminste zes familieleden, en ongeveer drie andere gezinnetjes. De avonden worden afgesloten met de ouders in een feesttent en wij eindeloos ballen overgooiend op het grote veld. Maar we dwalen af.

Ik realiseer me dat het zo niet meer zal gaan. God, ik had mijn telefoon al in mijn hand. “Pap, de Yankees komen naar Nederland, dit keer betaal ik!” Onverrichter zake haal ik mijn wijsvinger weer van het scherm. Zelfs de slimste Smartphone kan zijn nummer niet meer vinden. Mijn enthousiasme is lichtelijk afgenomen, hoe zou het zijn? Geen warme stokbroodjes, geen scorekaart, geen toegestoken guldens, geen hoempapa in een feesttent, geen ‘weetjenog’ pap? Ik zal niet meer aan mijn kraag omhoog getrokken worden als halverwege de zevende inning het ‘take me out to the Ballgame’ door de speakers schalt, omdat je dan gewoon even moet gaan staan. Aldus mijn vader.
Ik kijk naar mijn kleine nichtje. Ik kan de rol van gezellige verzorgende meesleur ouder ook gewoon op me nemen. Verzorg ik de broodjes, de snoepjes, blikje en koop ik de honkbalprullaria, bekijk ik de hele happening eens van de andere kant. Helaas,Ik denk dat meisjes van anderhalf nog niet zoveel lol beleven aan een dagje honkbalstadion.

Tot die tijd ben ik dus op zoek naar iemand die meegaat. Die geduldig luistert naar mijn enthousiaste tactische theorieën. Die me uitlegt hoe ik die stomme scorekaarten moet invullen. Die halverwege de zevende inning apathisch opstaat en die me ’s avonds, in mijn nieuwe in het stalletje achter het stadion voor veel te veel geld aangeschafte honkbalshirt,instopt.