De vlaggen van Hotel Huis ter Duin hangen half stok als ik
er om een uur of twee langsfiets. ‘dag
van nationale rouw voor België?’ denk
ik bij mezelf dus dat is logisch. Ik peddel rustig door richting Katwijk en
verheug me al op het moment dat ik daar ga omdraaien en de wind in de rug heb.
Mijn telefoon trilt in mijn achterzak en ik besluit na het lastige stukje duin
te kijken wat er aan de hand is.
Ik trap me zo hard als ik kan door de duinen want hoe harder
je trapt, hoe eerder je op je bestemming bent. En ik ben wel nieuwsgierig naar
het berichtje.
‘Johan Cruijff is overleden’. Staat er in mijn scherm. Tja,
ook hij moest een keer gaan. Al is hij nu iets te snel weg naar mijn mening. Ik
ben niet zo van het voetbal maar als klein jongetje was ik toch fan van hem en
ben dat altijd gebleven. Voetbal is alleen leuk als het door genieën gespeeld
wordt. Johan was dus leuk, net als Bergkamp, Van Basten, Mezzi en Henry
bijvoorbeeld.
Affijn.
Ik stap weer op en fiets met de wind in de rug naar huis. Ik
realiseer mij dat ik nog een handtekening van hem moet hebben op zo’n
voetbalplaatje die je vroeger bij de sigarenboer kocht. ‘Thuis meteen kijken’ denk ik blij. Ik schakel bij en ga logischerwijs dus
harder.
Onderweg droom ik weg
en zie ik mezelf staan voor de poorten van ‘De Meer’ met dat plaatje in mijn
hand. Wachtend op Cruijff. Negen jaar oud, ongeveer.
De spelers komen één voor één aan gereden voor de wedstrijd
van vandaag waar we geen kaartjes voor hebben. Nee we komen alleen om een glimp
op te vangen van Cruijff. Als zijn Citroën eindelijk en als laatste aan komt rijden bewegen we een beetje met de
auto mee. Zodat we in de buurt zijn als hij uitstapt. Want veel tijd heeft hij
niet als hij zo laat aankomt.
Thuis duik ik direct de dozen met prullaria in op zoek naar
dat ene kaartje met die ene handtekening. Hoe goed ik ook zoek, ik kan het niet
vinden. Ik kom een honkbal tegen met een handtekening van een beroemde
Amerikaanse pitcher, een shirt van de beste catcher van Nederland, een
gesigneerd exemplaar van Turks Fruit. Ik kom foto’s tegen van vakanties uit
1985, 86, 87 etc en allerlei andere troep. Maar geen voetbalplaatje van Cruijff
met zijn handtekening.
Ik zak in elkaar en denk na. En denk na, waar is die
handtekening? Stond die dan op iets anders? Ik denk na en denk na. En plots
wijst mijn herinnering me terecht. Keihard en meedogenloos.
De auto kwam aan en Johan stapte uit, we liepen er op af en
hoe dichterbij ik kwam, hoe langzamer ik ging lopen. ‘Daar stond Johan Cruijff’
…Verschillende mensen stonden om hem heen om een foto te maken, een
handtekening te vragen of gewoon om maar in de buurt te zijn. Ik zag dat hij
haast had en dat hij naar binnen moest. Mijn stiefvader porde in mijn rug dat
ik moest doorlopen. Ik stopte. Ik kon Cruijff niet te laat op zijn training
laten komen. Daar komt bij dat ik echt niet durfde. Johan Cruijff, een grotere held
had ik toen niet. En hij me aan zoals alleen Cruijff dat kon, uitdagend. Ik
liet het gaan.
Onderweg rende er nog een jongetje naar hem toe met een
kaartje. Cruijff stopte, bukte, tekende het kaartje en gaf het ventje een aai
over zijn bol.
Een traan bungelt over mijn wang als ik er aan denk. Wat een
sukkel was ik toen, want nu kan het echt nooit meer.