maandag 31 december 2012

Over cowboys, amazones en zelf paardrijden

Paardrijden. Zelf associeer ik dat met bijvoorbeeld in volle galop door de branding razen, met een schuimbekkend paard. kadoeng, kadoeng, kadoeng, kadoeng! Of ik denk aan cowboys die door het wilde westen galopperen op zoek naar goud, drank of indianen. Stoere kerels met een leren hoed, stevige leren laarzen en een geweer om de brede schouders. Soepel springen ze op hun paard en gaan schijnbaar moeiteloos op pad. Al met al best een stoere bezigheid dus dat paardrijden.

"Wil je het ook even proberen?" Roept ze vanaf haar paard. Ik sta al een tijdje bewonderd te kijken naar haar. Hoe ze makkelijk blijft zitten, makkelijk het gehobbel met haar mooie lichaam absorbeert en schijnbaar het paard laat doen wat ze wil. Lukas rent genietend rondjes door de bak. Maakt een kort bochtje, een lange bocht, steekt diagonaal over en versnelt en remt af bij de minste beweging van haar armen en lijf. Het prachtige en belofte volle woord amazone lijkt voor haar verzonnen.

Met mijn grote mond had ik al een paar keer gezegd dat ik het ook wel eens wilde proberen als dat kon. Prompt probeerde Lukas mij het water in te duwen toen we een brug zonder reling overliepen en ik nietsvermoedend naast de kolos liep. In de bak, een paar momenten later, liep hij wild galopperend en briesend recht op mij af. Stoer bleef ik staan, met klotsende oksels.

Nu was het dus zover, direct zag ik de stoere cowboys voor me. Relaxed stappend door het wilde westen. "ja dat wil ik wel. Leuk!!" roep ik enthousiast. Voelde me al bijna een cowboy. Bijna, want eenmaal naast lukas zie ik eerder een rodeo-achtige gebeurtenis voor me. Potverdikkeme hij is toch best wel groot! En hoe kom ik hier in vredesnaam op!
Ik krijg een voetje van mijn Amazone en voor ik het weet lig ik op mijn buik op de rug van het paard. Ik heb zijn manen vast en trek mezelf verder omhoog, ik til mijn rechterbeen omhoog en over de rug heen. Het doel is dat ik aan iedere kant van zijn rug een been heb bungelen. Mijn geklooi blijft niet onopgemerkt, Lukas begint al vrij snel te bewegen met zijn hoofd en begint van ellende ook maar alvast te stappen.

Met een laatste krachtsinspanning til ik mijn been daadwerkelijk over zijn rug heen. Nu lig ik nog steeds plat op mijn buik maar bevinden mijn benen zich wel ieder aan een andere kant. Lukas blijft lopen terwijl ik me zo bewegingloos mogelijk probeer recht te zetten op zijn hoge rug. Dit lukt natuurlijk voor geen meter en lukas heeft geen idee wat ik wil en dat is lastig want ik ook niet echt. Laat staan dat ik weet hoe dat moet.

Affijn

Als ik eenmaal mijn positie heb gevonden en mijn rug heb gerecht en mijn schouders naar achter heb geduwd, zoals mijn amazone mij heeft opgedragen, staat Lukas stil. Ik laat de teugels rustig en ontspannen langs zijn hals bungelen, net als mijn armen. Dit is goed hoor ik naast mij. Met mijn hak por ik zacht in de zijkant van lukas, hij begint te stappen. Gelukkig, even was ik bang dat er meteen gegaloppeerd ging worden omdat ik het wellicht te hard deed. Ik wil iets naar links dus trek ik aan de linker teugel. Niets, lukas stapt rustig rechtdoor. Ik trek iets harder, nog niets, geen beweging te krijgen in dat beest. We lopen recht op de uitgang van de bak af en ik begin mij ietwat zorgen te maken.

"Niet over de hals lieverd." Hoor ik naast mij. Ik heb geen idee waar het over gaat. "Als je de teugels aanhaalt dan moet je die van het paard afhalen zodat zijn hoofd ook echt opzij gaat. Nu trek je het alleen maar omhoog aan één kant." legt ze verder uit.
Deze uitleg helpt en ik stuur lukas van links naar rechts. Zo ongeveer.

Ik zit boven op een reusachtig beest, en het doet zo ongeveer wat ik wil. Ik fantaseer de cowboyhoed er even bij en de stoere laarzen ook even voor het moment. Een warme gloed van trots trekt van mijn buik door naar mijn kaken en mijn lippen waardoor er een glimlach ontstaat. Ik rij paard, ik ben een cowboy!

"Wil je even draven?" Hoor ik uitdagend naast me. "
Mijn glimlach verdwijnt. "ben je gek geworden!Het is al veel te laat. We moesten maar eens terug naar de stal volgens mij.......

donderdag 27 december 2012

lege plek

Hij staat met zijn hoofd in zijn nek het puntje van de kerktoren te bekijken. Het is bijna nacht en de toren is prachtig verlicht. Door het licht zie je duidelijk dat het sneeuwt en het schouwspel kan als mysterieus worden omschreven.
De oude man staakt zijn getuur en mompelt dat ze verder gaan lopen. Hij pakt de rolstoel vast, draait deze de goede richting op en loopt over de Grote markt richting stadhuis. De man ziet er moe en onverzorgd uit, zijn kleding is ongewassen en zijn vlassige grijze baard staat al een paar dagen. Hij sloft achter de rolstoel aan alsof hij er liever zelf in zou zitten.

Hij strompelt langs de grote kerstboom die op het plein staat. "De boom staat er ook weer, Sinterklaas is koud het land uit en ze zijn alweer begonnen met de kerst. Het is wel een mooie dit jaar, veel mooier dan die van vorig jaar, zie je?" En hij richt de rolstoel richting de kerstboom om er even naar te kijken.
Na een paar tellen loopt hij weer verder. Zijn kleding is wat ongewassen maar van goede snit, verder oogt hij wat afwezig maar totaal niet dronken. Met zijn onderarmen leunend op de handvatten van de rolstoel rolt hij een shagje. "ja ja, ik weet het. Je gaat er dood van." Hij jaagt vuur in de sigaret en inhaleert diep. "ahhhh…. maar het is wel erg lekker!" mompelt hij tijdens het uitblazen van de rook.

Met het shagje in zijn linker mondhoek draait hij de rolstoel om en loopt verder over het plein. Een jonge knul op een fiets schiet rakelings langs hem. "Kijk uit je doppen ouwe!" Roept hij boos naar de oude man met de rolstoel. Die blijft verschrikt staan en vraagt zich af wat er zojuist gebeurde. "Het moet toch niet gekker worden hè?" Roept hij een beetje bozig. Zijn oude lijf en de rolstoel weerhouden hem ervan erachteraan te gaan. Vroeger, toen hij nog fit was en die rolstoel er nog niet was, was hij er wel achteraan gegaan. De kans is echter groot dat er toen niets gezegd werd, toen waren mensen eerder onder de indruk van hem dan dat ze hem uitscholden.

Voor het stadhuis kijkt hij naar de trap die naar de deur van de Ridderzaal loopt. "Weet je nog hoe we daar stonden te stralen? Wat een mooie dag was het toen hè? Kom we gaan nog eens op het bordes staan!" Zegt hij enthousiast.

Hij gaat met zijn rug naar de trap staan en met ieder stapje dat hij achteruit omhoog loopt tilt hij de rolstoel ook een trede verder, trede voor trede sleurt hij zichzelf en de rolstoel zo naar boven. "Je bent afgevallen," zegt hij terwijl hij de laatste trede overwint en op het bordes komt. Vorig jaar had ik dit niet gered denk ik. Toen woog je dubbel zoveel.


Daar staat hij dan. Jaren geleden stond hij hier samen, samen met haar, zijn vrouw. Mooie tijden waren dat. Ze straalden, keken naar de kerstboom die wel speciaal voor hun huwelijk leek neergezet. De oude man kijkt over het plein en naar de lege plek naast hem. Overmand door emotie verliest hij zijn balans. Net op tijd vindt zijn achterwerk de zitting van de lege rolstoel.