dinsdag 18 september 2012

Topsport en diabetes. Bestaat dat?!

De WK wielrennen in Valkenburg hadden een mooie primeur: De ploegentijdrit voor commerciële teams. De wereldpers liep vol enthousiasme uit om deze prachtige discipline te verslaan en mooie verhalen te maken over de renners en de ploegen die zich te pletter hebben gereden over de Limburgse heuvels.
32 teams gingen op zondag zestien september van start om geschiedenis te schrijven. De beste renners van de beste ploegen stonden aan de start. Nogmaals, een primeur en logischerwijs was de pers er al een tijdje druk mee.

Maar er was nog een primeur die niet veel mensen is opgevallen. Het niet zo grote Amerikaanse Team Type 1- Sanofi stond ook aan de start. Dit team is opgericht door Phil Southerland, een wielrenner met suikerziekte die tegen allerlei problemen opliep tijdens het uitoefenen van zijn sport. “Topsport? Dat kan helemaal niet als je diabetes type 1 hebt!” kreeg hij te horen. Sporten prima, maar in eigen tempo. Team Type 1 werd tot leven geroepen om te bewijzen dat diabeten met type 1 wel degelijk aan topsport kunnen doen.


De Nederlandse Suikerpatiënt Martijn Verschoor rijdt voor dit team en mocht starten in de ploegentijdrit. Ik kan mij sterk vergissen maar ik weet bijna zeker dat dit de eerste suikerpatiënt is die aan de wereldkampioenschappen wielrennen heeft deelgenomen. Dat lijkt mij eigenlijk niet geheel onbelangrijk, zeker niet als dit evenement ook nog eens in Nederland plaatsvindt.

Het had de NOS of Sporza of Eurosport gesierd als ze er tenminste een klein beetje aandacht aan hadden besteed. Hoe gaat zijn voorbereiding, waar moet hij onderweg nog aan denken? Hoe vaak test hij? spuit hij insuline bij? Of eet hij juist nog wat? Eerlijk gezegd vind ik dat er sowieso bar weinig aandacht is voor volksziekte nummer 1! (bijna dan) Het is nogal wat om de top van het wielrennen te bereiken, laat staan als je suikerziekte hebt. Dat vergt nog meer doorzettingsvermogen, nog meer ontberingen en nog meer frustratie dan het normaal gesproken al doet.

Maar daar reden ze dus, het team dat een mooie boodschap uitdraagt maar juist moet presteren om die boodschap goed uit te kunnen dragen. Ze rijden voor een statement en mochten dat doen voor het oog van de wereld.

Helaas startten ze vroeg, het publiek stond nog te keuvelen, het podium werd nog afgestoft, de camera mannen laadden hun materiaal nog uit en de journalisten deden nog een bakkie in de VIP tent. Team Type 1 werd genegeerd, hun verhaal werd niet opgeschreven toen ze totaal gesloopt en uitgewrongen als 31ste over de finish reden.

dinsdag 11 september 2012

Waarom varkens niet op het moslim menu staan

Onwennig openen ze het zware houten hek dat hen in een soort tussenruimte brengt. Het volgende zware houten hek leidt dan echt naar de plek waar ze moeten zijn. Daar waar de geiten, de kippen, de kalkoenen, de schaapjes, de konijntjes en de varkens lopen.

De kinderboerderij.

Hij heeft een lange jurk aan en een wit kanten petje op zijn hoofd, zijn baard is een centimeter of twintig lang. Zwart. Zijn vrouw ziet er heel normaal uit qua broek, alleen haar hoofd- en hals bedekkende satijnen hoofddoek steken een beetje af tegen de andere bezoekers. Ze pakken elkaars hand vast en lopen richting de schapen. Ze lezen aandachtig de informatiebordjes die bij de hokken staan. De hoofddoek van de vrouw bedekt nu ook haar neus. Het is een jong stel, hij een jaar of 26 en zij tikt net de twintig aan. Het is een mooi meisje denk ik, met hele grote amandelvormige diep bruine ogen. Ze lachen naar elkaar als ze weer de stallen uitlopen en bijna struikelen over een klein geitje dat op de grond in de zon ligt.

Een klein meisje vraagt ondertussen aan haar Crocs dragende moeder waarom die meneer een jurk draagt. De moeder moet het antwoord schuldig blijven waarop het meisje zelf maar vindt dat het een rare sinterklaas is. Ze gaat volledig voorbij aan de hoofddoek van de vrouw.

Eenmaal uitgelachen lopen ze verder naar de konijnen om daarna nog een kijkje te nemen bij de volière. De informatie bordjes worden weer aandachtig bekekenen en af en toe wijzen ze elkaar iets aan. Een vogel springt ineens onder de bladeren vandaan naar het hek van de volière, ze grijpt verschrikt haar man vast die haar teder omarmd.

Gearmd lopen ze door naar de grote modderpoel in het midden van de kinderboerderij. Drommen kinderen staan schreeuwend, gillend en giechelend aan het hek te kijken naar wat er zich afspeelt. Ze houden even halt, laten elkaar een moment los en kijken elkaar aan. Varkens. Wat te doen? Ze glimlachen begrijpend naar elkaar en houden elkaars hand stevig vast. Het moet er een keer van komen, nu dus.

In de hoek van de modderpoel staat een hele dikke zeug in haar eentje een beetje te rond te hangen. Niemand heeft verder oog voor haar want ze doet niets speciaals of bijzonders, ze staat daar maar. Ze lopen er naar toe, klamme hand in klamme hand, zij knijpt en hij knijpt harder terug. Met een korte gil corrigeert ze haar man, hij geeft haar een kus. De dikke zeug nadert en hun pas vertraagt. Het varken, niet echt een moslimfähig dier. Maar ja ze leven in een land van ham, varkenshaas en rollade, er moet dus wel iets goed zijn aan dat beest. Ze gaan het ontdekken.

Ten eerste vinden ze de stank van het varken in de modderpoel alleszins meevallen, veel minder dan voorgesteld in de Koran. Wat is er eigenlijk vies aan modder? Vragen ze zich allebei af. Ze staan aan het hek, het varken blijft stoïcijns op haar plek. Gelukkig maar. Ongemakkelijk draait de man op de ballen van de uit zijn jurk gestoken voeten. Hij kijkt nog eens goed naar het immense beest voor zijn ogen. Die kijkt terug en knort, het klinkt uitnodigend en vertrouwd. Hij kan het varken niet verafschuwen, hij kan niet vinden dat dit dier afschuwelijk is.

De vrouw ziet hem twijfelen en doet een stap verder naar voren richting het hek en het varken. Het varken schuurt op dat moment net even wat dichter tegen het hek. Het is onomkeerbaar: zijn vrije hand gaat richting hek en daarna er overheen. De islamitische hand komt terecht in de nek van het tegen het hek schurkende varken. Ze begint te knorren. Zijn hand schiet even omhoog, onwennig aan zoveel reactie op een aanraking. Voorzichtig legt hij zijn hand weer neer. De zeug beantwoordt dit met een luide knor en een harder schurken tegen het hek. De man pakt de vrije hand van de vrouw en in één gevouwen glijden hun handen over de rug van de zichtbaar genietende zeug. Vertwijfeld staan ze daar een varken te aaien. Ze vragen zich af wat het probleem is, zijn ze nu in overtreding? Mag dit? Is dit haram? Ze weten het niet.

Het deert ze eigenlijk niet meer. Het varken is er uitgebreid bij gaan liggen, die boeit het niet of ze in naam van God of Allah wordt geaaid. Ze zien het en geloven het wel. Varkens zijn leuk, daarom staan ze wellicht niet bij moslims op het menu.