woensdag 24 november 2010

Wat ik had willen zeggen

Lieve Papa, ik heb eindelijk de moed verzameld om in de herkansing te gaan. De laatste keer dat ik het woord rechtstreeks tot je richtte liep het niet helemaal zoals ik het in gedachten had.
Ik brabbelde maar wat.

Ik wilde destijds vertellen dat ik me altijd zo veilig bij je voelde als ik naast je zat in de auto op weg naar één of andere honkbalwedstijd ergens in het land. Dat het leukste van die wedstrijden de anderhalf uur heen en terug was. Ik gooide de sterren van de hemel en zoveel mogelijk met drie slag uit, omdat we dan weer sneller terug gingen. Niets was fijner dan dat jij mij vertelde dat ik een goede wedstrijd had gespeeld, en dat ik dan veilig op de passagiersstoel zat te genieten. Ik mocht voorin, we hadden immers gewonnen. De weg onder de auto wegglijdend, de geur van jouw sigaretten, mijn honkbalspullen en Haribo kersensnoepjes.

Op de één of andere manier kwam dat op dat moment niet uit mijn strot.

Eigenlijk wilde ik het ook wel even hebben over je broers en zussen. Ondanks dat je ze al een hele tijd niet gezien had waren ze naar mijn idee oprecht geschokt toen ik ze het nieuws vertelde. De spijt droop door de telefoonlijn, en raakte mij in het diepste van mijn hart. Ik wilde je vertellen dat ik aanvankelijk had getwijfeld om ze te bellen, hun interesse in jouw leven, en dat van ons, was toch ook niet echt om over naar huis te schrijven. Ik deed het toch, om het simpele feit dat het familie is en ze het recht hebben om van dit soort dingen op de hoogte te zijn. Daar ben ik nu blij om. Ze zijn niet allemaal slecht, bijna niemand wilde het zo.

Maar dat daar had ik het ook niet over, althans niet helemaal.

Nee Pap, het is nog een wonder dat ik sowieso weet dat ik dat niet gezegd heb. Jij en ik weten maar al te goed hoe je moet vluchten, wat je moet doen om maar vooral even niet te hoeven nadenken, te voelen, het leven onder ogen te zien. Buiten het feit dat we heel goed kunnen doen alsof er niets aan de hand is, kunnen we ons ook heel goed verliezen in het drinken van bier, veel bier.

Ach, en ik wilde ook nog wel een geinige anekdote vertellen over de Countings Crows, die band die ik zo goed, en jij zo slecht vond. “Zeikmuziek, zoek eens wat vrolijkers uit.” Zei je meestal op vaderlijke toon. Juist die band, met het nummer ‘Round here’ werd gedraaid op de radio toen we IJmuiden inreden, op weg naar jou. Voor de allerlaatste keer.

Maar dat vertelde ik ook allemaal niet. Ik voelde me die kleine jongen op de passagiersstoel in de auto, naast je. Ik voelde me alleen niet helemaal veilig meer, er miste iets. Ik keek naast me, er zat niemand meer achter het stuur, ik moest het helemaal zelf doen.

3 opmerkingen: