donderdag 27 december 2012

lege plek

Hij staat met zijn hoofd in zijn nek het puntje van de kerktoren te bekijken. Het is bijna nacht en de toren is prachtig verlicht. Door het licht zie je duidelijk dat het sneeuwt en het schouwspel kan als mysterieus worden omschreven.
De oude man staakt zijn getuur en mompelt dat ze verder gaan lopen. Hij pakt de rolstoel vast, draait deze de goede richting op en loopt over de Grote markt richting stadhuis. De man ziet er moe en onverzorgd uit, zijn kleding is ongewassen en zijn vlassige grijze baard staat al een paar dagen. Hij sloft achter de rolstoel aan alsof hij er liever zelf in zou zitten.

Hij strompelt langs de grote kerstboom die op het plein staat. "De boom staat er ook weer, Sinterklaas is koud het land uit en ze zijn alweer begonnen met de kerst. Het is wel een mooie dit jaar, veel mooier dan die van vorig jaar, zie je?" En hij richt de rolstoel richting de kerstboom om er even naar te kijken.
Na een paar tellen loopt hij weer verder. Zijn kleding is wat ongewassen maar van goede snit, verder oogt hij wat afwezig maar totaal niet dronken. Met zijn onderarmen leunend op de handvatten van de rolstoel rolt hij een shagje. "ja ja, ik weet het. Je gaat er dood van." Hij jaagt vuur in de sigaret en inhaleert diep. "ahhhh…. maar het is wel erg lekker!" mompelt hij tijdens het uitblazen van de rook.

Met het shagje in zijn linker mondhoek draait hij de rolstoel om en loopt verder over het plein. Een jonge knul op een fiets schiet rakelings langs hem. "Kijk uit je doppen ouwe!" Roept hij boos naar de oude man met de rolstoel. Die blijft verschrikt staan en vraagt zich af wat er zojuist gebeurde. "Het moet toch niet gekker worden hè?" Roept hij een beetje bozig. Zijn oude lijf en de rolstoel weerhouden hem ervan erachteraan te gaan. Vroeger, toen hij nog fit was en die rolstoel er nog niet was, was hij er wel achteraan gegaan. De kans is echter groot dat er toen niets gezegd werd, toen waren mensen eerder onder de indruk van hem dan dat ze hem uitscholden.

Voor het stadhuis kijkt hij naar de trap die naar de deur van de Ridderzaal loopt. "Weet je nog hoe we daar stonden te stralen? Wat een mooie dag was het toen hè? Kom we gaan nog eens op het bordes staan!" Zegt hij enthousiast.

Hij gaat met zijn rug naar de trap staan en met ieder stapje dat hij achteruit omhoog loopt tilt hij de rolstoel ook een trede verder, trede voor trede sleurt hij zichzelf en de rolstoel zo naar boven. "Je bent afgevallen," zegt hij terwijl hij de laatste trede overwint en op het bordes komt. Vorig jaar had ik dit niet gered denk ik. Toen woog je dubbel zoveel.


Daar staat hij dan. Jaren geleden stond hij hier samen, samen met haar, zijn vrouw. Mooie tijden waren dat. Ze straalden, keken naar de kerstboom die wel speciaal voor hun huwelijk leek neergezet. De oude man kijkt over het plein en naar de lege plek naast hem. Overmand door emotie verliest hij zijn balans. Net op tijd vindt zijn achterwerk de zitting van de lege rolstoel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten