“Godverdomme!” Vloek ik hard als ik mijn trui aan wil doen
zoals altijd en het niet lukt. Niet per se omdat het niet lukt maar
meer omdat er een godvergeten scherpe pijnscheut door mijn linkerschouder
schiet.
“Doe dan ook eens rustig!” Klinkt het belerend vanaf de
bank.
“Shit, au! Klotezooi!” Roep ik als ik een kat op wil tillen
met mijn linkerarm en de kat niet helemaal omhoog krijg. Door de pijn laat ik
het lieve beest vallen. Hij kijkt verbaast, teleurgesteld en geschrokken naar
boven. Denk ik want ik zie niks, ik probeer met fijngeknepen ogen de pijn te
verbijten.
Dit lukt slecht, dus ik vloek. De kat is gevlogen.

Mijn vriendin, die op dit moment een kleine dame ‘Under Construction’
heeft in haar boller en boller wordende buik. Kijkt me bij iedere verkeerde
beweging en de daaropvolgende kreuntjes en steuntjes geschrokken aan. Ze staat
moeizaam, maar toch, op en probeert me te helpen met mijn jas, trui, overhemd
of wat ik dan ook maar aan probeer te trekken. Iedere keer als ze me helpt en
haar mooie bolle buik zit een beetje in de weg dan vervloek ik mezelf. “Let nou
toch eens op eigenwijze vent!”
“Schat, het is niet no-dig, het lukt we-hel! “ Zeg ik tegen beter weten in en met de kennis
dat zij met een veel groter project bezig is. Natuurlijk snap ik haar eigenlijk wel,
als ze niet helpt en ik trek dat bot weer uit elkaar met mijn eigenwijze gedrag
zijn we verder van huis.
De kans dat ik helemaal hersteld ben als onze kleine wonderdochter
ter wereld komt is ontzettend groot. Zolang er maar niks mis gaat. Gaat er wel iets mis, bijvoorbeeld omdat ik
vast kom te zitten in mijn jas en met een beetje geweld weer los probeer te
komen. Of als ik toch met links, de kat wil optillen, de deur wil open of mijn
gordel wil vastmaken. Dan moeten we weer helemaal opnieuw beginnen, dan kan ik
niet alleen de kat niet optillen maar dan moet de baby ook in haar wiegje
blijven……….
Redelijk belangrijk dus dat er niets mis gaat.
Waar staan we dan nu?:
Sleutelbeen:
Under Construction
Kind: Under
Construction
Mijn eigen koppigheid ten opzichte van mijn meegaandheid:
Almost done
(Ik kan toch heus wel al een stukje fietsen toch? Toch? toch........toch….)
Oké oké. Ik ga wandelen.